10 TEKENINGEN
zonder titel, 1944
127 x 175 mm
grafiet op roze papier
DECOR EN KOSTUUMS
Ubu roi, 1948
215 x 140 mm
grafiet, krijt en kleurpotlood op papier
lundi 19 juillet 2010 attime 16:38 ::lien vers l'article #69 ::rss
Le Musée Boijmans van Beuningen à Rotterdam achète 24 dessins pour sa collection.
zonder titel, 1944
127 x 175 mm
grafiet op roze papier
Ubu roi, 1948
215 x 140 mm
grafiet, krijt en kleurpotlood op papier
et un peu de texte en néerlandais pour le plaisir :
‘Het Paradijsein ons is een Hel’
uit : toespraak Willy Van Den Bussche,
MuZee-Oostende2006
(...) De emotionele gedrevenheid en associatieve verwerking ervan door het automatisme aangedragen,
bracht hem tot een zeer nerveuze en grillige vormentaal direct herkenbaar en eigen aan de maker. Schrift en
beeld komen samen en verleiden de blik van de toeschouwer om binnen te dringen in de groteske wereld van
Raine als in een ritueel op doek gebracht. (...)
(...) Alhoewel Jean Raine vanuit zijn eigen getraumatiseerde levenservaringen een soort groteske figuratie zal
laten ontstaan in horror vacui in beeld gebracht. Niet zozeer het onderbewustzijn alleen lag hier aan de basis
maar ook de stuwende kracht van het bewustzijn werd ingeschakeld om compositorisch verwerkingen van de
formele aanbiedingen uit het onuitputtelijke arsenaal van mogelijkheden ongebonden aan de visuele realiteit
te dirigeren. De schriftuur van de tekentaal bleef bij Raine doorslaggevend en zou vanaf 1963 door zijn
relatie met Alechinsky nog overtuigender worden, los van vooringenomenheid en esthetische
bekommernissen.
Een bizarrerievan beelden zou zijn voedingsbodem worden bij Raine blijvend verbonden aan literatuur en
film, teksten en theater. (...)
(...) Deze voedingsbodem zou hem tot aan zijn dood in 1986 blijvend inspireren. Zijn artistieke evolutie zou
nochtans in de marge verlopen en een dramatisch einde kennen. Hij zou als outsider de geschiedenis ingaan.
Zijn beeldingskrachtwas niettemin verrassend.
Raine had een meer dan grote interesse voor de psychoanalyse. Enkel de duistere pulsiesvan het negatieve
stuurden hem. Zou hij niet zeggen "Het paradijs in ons is een hel". De drang naar zelfvernietiging die in hem
opwelde maakte hem drankzuchtig. Hij dronk tot aan de bewusteloosheid als hij aan het werk was. "Hij zou
schilderen als een kreet". In dat magma vaart de dood rond en veroorzaakt panische angst ?, zei hij . Raine
ging er dan ook aan ten onder.(...)
(...) De meeste van deze werken ontstonden na zijn opname in het hospitaal en de Stichting van de Antonin
ArtaudClub voor de readaptatievan geesteszieken. Hij werd hierin vooral gesteund door zijn vrouw Sankiska
RolinHaymansdie er verpleegster was. Het zouden evenwel zijn vrienden René Magritte, Scuttenaire, Florent
Welles, Pierre Alechinsky en ook Marcel Broodthaers zijn die hem zullen stimuleren. De immense reeks van
inkten zouden dankzij hen voor het eerst tentoongesteld worden in de belangrijke galerij Saint Laurentbij
Toussaintte Brussel. Broodthaers wordt een trouwe bondgenoot van Jean Raine die hij "l’oiseaude feu" zou
noemen. Hij was inderdaad een vuurvogel die zijn eigen vleugels in zijn hoge vlucht naar zelfexpressie zou
verbranden.